De hommel op de foto hierboven is in Nederland en België de bekendste en meest geziene hommelsoort. Samen met drie andere soorten hommels: de Wilgenhommel, de Veldhommel en de Grote Veldhommel, behoort deze hommel tot de Aardhommel-groep, doordat ze erg moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Hij komt voor in zowel Europa als in Noord-Afrika en in West- en Centraal-Azië. De hommel is eigenlijk gewoon een wilde bijensoort.
Leefwijze
In februari/maart verlaat de koningin haar overwinteringsplek. Ze laaft zich dan aan de nectar uit de eerste voorjaarsbloemen zoals krokussen. Als ze voldoende is opgeknapt gaat ze op zoek naar een geschikte plek om haar kolonie te stichten.
De koningin start haar kolonie het liefst in een verlaten muizenhol of in een mollengang. In ieder geval is het meestal in de grond en het nest kan wel tot anderhalve meter diep zitten. Een volgroeide kolonie van de aardhommel bestaat uit zo’n 300 tot 600 werksters. Niet altijd gaat het er vreedzaam aan toe. Het is gekend dat nesten wel eens gekraakt worden. Een vreemde koningin probeert de koningin in haar nest dood te steken om zo haar kolonie over te kunnen nemen. De werksters (niet vruchtbare vrouwtjes) vliegen af en aan met nectar en stuifmeel van midden april tot midden oktober.
Vanaf juli tot ongeveer het einde van november begint de kolonie langzaam maar zeker jonge koninginnen en mannetjes voort te brengen. Nadat de jonge koninginnen hebben gepaard met de mannetjes (elke koningin paart met slechts één aardhommelmannetje), gaan ze op zoek naar een plek om te overwinteren, ook meestal weer in de grond. Alle andere hommels sterven bij de eerste vorst. In het voorjaar vliegen de koninginnen na een lange winterslaap weer uit, om een nieuwe kolonie te beginnen.
Kenmerken
De koningin van de aardhommel is best groot met 20-23 mm lengte, de werkster 11-17 en het mannetje is 14-16 mm lang. De spanwijdte van de koningin bedraagt maar liefst 43 mm. Aardhommels hebben een angel, maar zijn over het algemeen niet agressief tenzij ze zich bedreigd voelen. Ze produceren een diep zoemend geluid door hun vleugels snel heen en weer te bewegen.
Kenmerkend voor de aardhommel is de zwart-oranje kop, een zwart bovenlijfje en een oranje/geel, zwarte rug met een wit kontje. Ze zijn pluizig waardoor ze heel veel stuifmeel kunnen verplaatsen.
Favoriete planten
De favoriete plant, ook wel de drachtplant genoemd, van de aardhommel is de wilg, in de lente, en gedurende de zomer distels, klaver, vingerhoedskruid, petunia, viooltjes en lupine. Hommels houden vooral van planten met witte, lila, paarse of blauwe bloemen.
Leuk weetje
De aardhommel heeft, vergeleken met soorten als de akkerhommel en de tuinhommel, een korte tong. Hierdoor kan ze vaak niet bij de nectar in sommige bloemen komen. De aardhommel heeft hier iets slims op bedacht. Ze bijt aan de onderkant van de bloemkroon een gaatje, waardoor ze alsnog met haar tong bij de nectar kan komen. Ze breekt als het ware in.
Hommels zijn goede bestuivers van planten en fruitbomen en zijn van groot belang voor de vorming van zaden en vruchten. Ze zijn ontzettend belangrijk voor ons ecosysteem. Het zijn mooie en nuttige diertjes.
Hommels helpen?
Wil jij hommels en wilde bijen helpen? Plant dan planten met stevige bloemen in
je tuin of in potten op je balkon. Je kunt denken aan: vingerhoedskruid, salie,
wilde marjolein, munt, kattenkruid, petunia, viooltjes, lupine, smeerwortel,
longkruid, dovenetel, vingerhoedskruid en helmkruid.