Het grootste deel van de Taigagaaien komen voor in Zweeds Lapland. In Sami land om precies te zijn.
De Sami is de oorspronkelijke bevolking van die regio, het uiterste noorden van
Zweden en Finland. Als je aan een Sami vraagt wat de naam van de Taigagaai is, zegt hij lachend: ‘Lucky Bird’.
Deze vogel komt ook veel voor in volksliedjes
die de Sami kinderen leren. En voor de Sami die in de bossen werken zijn het
echte maatjes, geluksbrengers.
Ze eten zaden, noten, bessen.
In de strenge Finse en Zweedse winters zoeken de
Taigagaaien dorpen en nederzettingen van Sami op. De bewoners helpen de vogels
graag aan voedsel. Dat brengt immers geluk en voorspoed.
De Taigagaai is bijzonder omdat ze graag lekkere dingen komen eten bij mensen.
Ze eten eigenlijk van alles; cakejes, brood, macaroni, wat je ook maar bij
hebt. Als je je hand uitsteekt met een stuk brood erop, dan zweeft de taigagaai
op zijn gemakje richting je hand. Daarbij maakt hij een zacht geluidje. Hij landt op je hand, propt het stuk brood in zijn bek en vliegt op zijn gemakje
weer terug in een boom om het op te eten.
Ze hebben geleerd dat waar mensen
zijn, er ook voedsel is. Ze zijn totaal niet bang.